Onze eindbestemming
Voor we naar Thailand vertrokken in november 2010, wisten we niet meer van dit land dan de gemiddelde Belg. Dit wil zeggen: strandtoerisme in het zuiden, iedereen herinnert zich nog wel de tsunami ravage in Phuket en wat vage ideeën over de Mekong rivier. Over de gevolkingsgroep waar we naar toe gingen, de Pwo Karen, hadden we nog nooit gehoord. Toen we onze vluchten moesten boeken naar Chiang Mai, zijn we dan toch eens op de kaart van Thailand gaan kijken. Chiang Mai, een middelgrote stad (vergelijkbaar met Gent), ligt in het noordwesten van Thailand, in een gebied dat vroeger bekend stond om zijn papaverteelt voor opium. Gelukkig is, onder impuls van de koning, een groot deel van de opiumteelt vervangen door meer aanvaardbare teelten (Royale Project).
Maar Chiang Mai was niet onze eindbestemming. Ons uiteindelijk doel was Mie Lee Kie, een klein dorp ten zuidwesten van Chiang Mai, gelegen in een berggebied (1500 – 2000m). Het uitzicht van het dorpje werd gedomineerd door een grote school (stenen gebouw van twee verdiepingen). Verder bestond het uit een 100-tal houten huizen gebouwd op palen, een vijftal winkeltjes (vergelijkbaar met de lokale kruideniers in België 50 jaar geleden) en een christelijk kerkgebouw met bijbehoorde zondagsschoolhuis.
De temperatuur was er aangenaam (25 – 30°C overdag en ‘s nachts niet te warm om te slapen) en veel beter dan in Chiang Mai waar er een broeierige hitte heersten. Eenmaal ter plaatse, konden we beginnen met onze observaties.
In de komende edities zullen we het hebben over de bevolking, de gewoontes en de religie.
Mie Lie Kee
